vrijdag 22 september 2017

Sprakeloosheid




Na mijn vorige stukje valt er niet veel meer te vertellen.

Misschien schrijf ik nog wat over het hoe.

Nu, gelijk dan maar.

Er is in feite geen hoe. Na jaren van lezen en satsangs bezoeken zal de gemiddelde zoeker ‘het’ niet bereikt hebben. Zo langzamerhand ontplooit zich het intuïtieve inzicht dat juist het zoeken de fout in deze is. En dat geldt ook voor het doel van het zoeken.

In andere stukken heb ik dat al vaker uitgelegd. De zoeker is altijd het duale denken. En dualiteit kan nooit en te nimmer nondualiteit begrijpen. Dualiteit komt er uit voort en niet omgekeerd.

Nondualiteit is het einde van een iemand, die of dat wat (heel veel) voor zichzelf zou willen bereiken, verlichting, een leven in bliss, Zelfrealisatie e.d.

En Zelfrealisatie is geen opmaat voor een 'iemand' voor een beter mens -, een betere therapeut - of een betere manager te worden.

Het gaat er om te weten wat je werkelijk bent. En dat kan je alleen in jezelf vinden. Maar ja...taal verwart alleen maar. Er blijkt n.l. geen ‘je’ te zijn die ‘iets’ kan vinden. Dan verkeer je louter in bedachte constructies.

Je zult door en door 'door' moeten hebben dat ‘je’ als persoon niets intentioneels kan doen om jezelf te bevrijden van je duale (verdeelde en tijdelijke) mij-zelf.

En - o ironie- je bent altijd al het Zelf. Alleen dat Zelf is volkomen eenheid, waar niets binnen of buiten, los van ZichZelf, kan functioneren. En het begrip functioneren bevat al weer de opvatting van tijd.......dualiteit dus.

In Eenheid (niet twee) kan niets los van iets anders bestaan. Daarmee is ook de rol van taal en dus denken opgelost (beëindigd dus!). Er is geen richting, geen tijd, geen vorm, geen ik, geen ander, en dus ook geen ...’Ik.’

In de literatuur kom je dan begrippen tegen als een vormloze, het spoorloze, Leegte, Stilte.. Maar nooit kan een ‘iemand’ ‘iets’ vinden dat afwezig is en toch op dit Ene Tijdloze Moment (wat ook maar een verwarring scheppend concept is) een ogenschijnlijke intense vormenwereld presenteert.

Maar ja, dat gaat dus allemaal zonder taal, zonder tijd en zonder vorm.

Het is zoals Huang Po het onkenbare vergeleek met het zonlicht: dat wanneer je het zonlicht wil pakken dat onmogelijk is. Wat je ook doet, het gaat niet. En wil je van het zonlicht af, je kan rennen wat je wilt, de schaduw blijft bij je.

Dat geldt dus ook voor het onvindbare maar altijd tegenwoordige bewustzijn (presence). En met het woord bewustzijn kan niets gezegd worden over wat dat dan is. Je kan nooit een positie innemen ten opzichte van het Gezochte omdat te schouwen. Je bent het schouwen, maar niet de lezer hier en dan toch ook weer wel.

Er valt dus niets te doen. Je hebt als duale constructie geen middelen. En ga je wachten op de uiteindelijk intuïtieve bevrijding, dan ben je weer met een doel en met tijd bezig. De illusie van deze wereld.

Er valt alleen nog maar totaal en radicaal opgeven van alle zoeken.

Maar niet als truc. En door niemand (niet iemand) te realiseren.







maandag 4 september 2017

Zelfrealisatie



Eigen foto


Zelfrealisatie is iets wat niet uit te leggen valt, want het geschiedt in/als vormloos weten van nie(t een ie)mand.

Want wat wij dan het Zelf noemen is niet een ding, geen iets, geen ervaring.

Het is de totale afwezigheid wat wat dan ook en toch is er weten.

Je ziet het of je ziet het niet.

En als ‘je’ het ziet is het oude ‘je’ verdwenen.

Er is alleen onpersoonlijk weten.

Je bent alles geworden.

Wat ook weer geen kennis vereist (of is).

Het kan dus ook geen ervaring zijn, want dan zou er weer een ervaarder moeten zijn van iets dat buiten de ervaarder bestaat. En daarom kan het ook niet bereikt worden.



„Ik weet dat ik weet“ is dan ook iets anders dan „Ik zie de boom“

In „ik weet dat ik weet“ duiden de vijf gebruikte concepten op één realisatie welke geen woorden vereist.

„Ik ben dat ik ben“

Ik ben wat is, en dat ‘ik’ en dat ‘ben’ zijn één ofwel niet-twee


De woordeloze realisatie is dat wat je bent.. Het is  

Het beweegt niet, het ontwikkelt zich niet, het kent geen tijd en het kent geen eigenschappen.

Het is een woordeloos weten van zijn

En daar is geen eigenaar van dat zijn, daar is geen aparte waarnemer van zijn

Dat zijn is woordeloos wat is


Je weet dat je weet en er is geen ‘je’ en geen ‘weten’ waar concepten nodig zijn om dat te bevestigen .. aan wie?

Heel dit stukje is dus in zelf verwijderende inkt geschreven. Alle letters die woorden vormen hierboven moeten ontkend worden.


Het duale denken kan dit dit niet be-grijpen. Dat heeft concepten (klanken) nodig om iets te begrijpen, maar wat heb je daar aan in wat geen woorden kent? En die 'je' bestaat niet apart van wat anders.

Er is een ervaren en tegelijk niet ervaren van grenzeloze ruimte, waar ook die ruimte niet gezien wordt door iets anders dan wat het zelf is.

Dus zolang je de waarnemer bent van iets wat zich aan je voordoet kan dit nooit Zelfrealisatie zijn.

Er is dus geen iemand, geen ‘ik’ of ‘mijzelf’ die weet heeft van bestaan van vormloosheid (lege ruimte, niets, afwezigheid) en toch is er weten van zijn, waar het concept ‘zijn’ ook geen betekenis boven het directe weten heeft.

Dat wat je (en ieder-Een) bent (of is), is kennen van kennen zonder dat apart te kennen hoedanigheden bestaan.

Ruimte is geen ruimte in de zin dat er een hoedanigheid als ruimte of niet-ruimte bestaat. Alle concepten moet je vergeten.

Er zijn geen grenzen waarneembaar, er is alleen waarnemen zonder dat hier een intentie achter aanwezig is. Wat is is.

Binnen of buiten bestaat dan ook niet, dan zouden er weer concepten moeten zijn, die dan tegelijkertijd weer tweeheid of onderscheid scheppen.

Dus is er geen mij en jou, of mij en mijn plaats in het geheel

Er is alleen totaliteit (niet tweeheid) van het enkel zijn.

Wat nooit ‘iets’ dat te onderscheiden is kan zijn.

Al dat wat hier boven staat, weet je zonder ook maar één enkel woord nodig te hebben,

En wil je dat uitleggen ben je weer in tweeheid van een ik en een ander.